Deuteronomium 11:2

SVEn gijlieden zult heden weten, dat ik niet [spreek] met uw kinderen, die het niet weten, en de onderwijzing des HEEREN, uws Gods, niet gezien hebben. Zijn grootheid, Zijn sterke hand en Zijn uitgestrekten arm;
WLCוִֽידַעְתֶּם֮ הַיֹּום֒ כִּ֣י ׀ לֹ֣א אֶת־בְּנֵיכֶ֗ם אֲשֶׁ֤ר לֹֽא־יָדְעוּ֙ וַאֲשֶׁ֣ר לֹא־רָא֔וּ אֶת־מוּסַ֖ר יְהוָ֣ה אֱלֹהֵיכֶ֑ם אֶת־גָּדְלֹ֕ו אֶת־יָדֹו֙ הַחֲזָקָ֔ה וּזְרֹעֹ֖ו הַנְּטוּיָֽה׃
Trans.wîḏa‘ətem hayywōm kî lō’ ’eṯ-bənêḵem ’ăšer lō’-yāḏə‘û wa’ăšer lō’-rā’û ’eṯ-mûsar JHWH ’ĕlōhêḵem ’eṯ-gāḏəlwō ’eṯ-yāḏwō haḥăzāqâ ûzərō‘wō hannəṭûyâ:

Algemeen

Zie ook: Hand (lichaamsdeel), Onderwijs

Aantekeningen

En gijlieden zult heden weten, dat ik niet [spreek] met uw kinderen, die het niet weten, en de onderwijzing des HEEREN, uws Gods, niet gezien hebben. Zijn grootheid, Zijn sterke hand en Zijn uitgestrekten arm;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וִֽ

-

ידַעְתֶּם֮

weten

הַ

-

יּוֹם֒

En gijlieden zult heden

כִּ֣י׀

-

לֹ֣א

-

אֶת־

-

בְּנֵיכֶ֗ם

dat ik niet met uw kinderen

אֲשֶׁ֤ר

-

לֹֽא־

-

יָדְעוּ֙

die het niet weten

וַ

-

אֲשֶׁ֣ר

-

לֹא־

-

רָא֔וּ

niet gezien hebben

אֶת־

-

מוּסַ֖ר

en de onderwijzing

יְהוָ֣ה

des HEEREN

אֱלֹהֵיכֶ֑ם

uws Gods

אֶת־

-

גָּדְל֕וֹ

Zijn grootheid

אֶת־

-

יָד

hand

וֹ֙

-

הַ

-

חֲזָקָ֔ה

Zijn sterke

וּ

-

זְרֹע֖וֹ

arm

הַ

-

נְּטוּיָֽה

en Zijn uitgestrekten


En gijlieden zult heden weten, dat ik niet [spreek] met uw kinderen, die het niet weten, en de onderwijzing des HEEREN, uws Gods, niet gezien hebben. Zijn grootheid, Zijn sterke hand en Zijn uitgestrekten arm;

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!